Een pleidooi voor meer christendemocratie in tijden van COVID-19

Visie van Kevin Maas, arts en kandidaat-voorzitter JONGCD&V en zijn team op COVID-19 en de rol van het personalisme.

 

De wereld is sinds de uitbraak van COVID-19 niet meer dezelfde. Overal ter wereld worden mensen met de soms bikkelharde en dramatische gevolgen van de pandemie geconfronteerd. De wereldwijde crisis zet ons meer dan ooit aan tot het grondig nadenken over en zelfs het herdenken van de huidige maatschappelijke, sociale, politieke en internationale relaties. Er zijn in het debat terecht kritische stemmen, maar even terecht ook stemmen van hoop en vooruitgang. Verschillende elementen vergen dan ook de nodige aandacht, duiding en nuancering in het post-COVID-19 debat.

 

COVID-19: ENKELE LICHTPUNTJES IN BIJZONDER ZWARE EN DONKERE TIJDEN

Ik begin het verhaal met een boodschap van hoop en een aantal lichtpuntjes. De uitbraak en wereldwijde verspreiding van COVID-19 toonde al snel aan dat de mens van nature eigenlijk een solidair wezen is. In verschillende Belgische gemeenten werd met de bedeling van mondmaskers aan de inwoners één van de grootste operationele operaties op touw gezet. Het was bewonderenswaardig hoeveel vrijwilligers zich in een snel tempo aanmeldden om in sportzalen en scholen hun steentje bij te dragen voor de tijdige verdeling van het beschermingsmateriaal. De solidariteit en efficiëntie waarmee werd gehandeld was ronduit inspirerend. Dit illustreert een fundamenteel onderdeel van het personalisme als basis voor de christendemocratie, namelijk de inherente verbondenheid tussen mensen. Het centrale uitgangspunt van het personalisme is dat de mens geen atomair wezen is, maar een gemeenschapswezen dat tegelijkertijd een absolute individuele waarde heeft. COVID-19 bevestigt en versterkt één van de belangrijkste menselijke waarden: geborgenheid. Het massale verlangen naar Moederdag waarbij het mooiste cadeau het ‘elkaar zien is’  toont nog maar eens aan dat een mens pas mens wordt in relatie met anderen. We krijgen als mens voldoening door de interactie met anderen.1 Ook het stipte applaus voor al het personeel werkzaam in de risicosectoren, gaande van de zorg tot de post en rusthuizen geeft moed, de moed om vol te houden.

 

COVID-19 haalt ook de creativiteit in de mens op verschillende manieren naar boven. Wie kinderen heeft zal ongetwijfeld hebben genoten van de ‘berenzoektocht’. Daarmee werd niet alleen een leuke activiteit voor de jongsten onder ons voorzien, maar werd meteen nogmaals duidelijk hoe de mens zich ondanks alles toch bijzonder solidair en creatief toont. We werden allemaal pennenvriend met rusthuisbewoners, gingen massaal inkopen doen voor zij die het niet kunnen of belden geregeld met mensen die zich eenzaam voelen.

 

Als ik spreek vanuit mijn rol als arts, ben ik ook trots op het gevoerde beleid en op het feit dat we, in tegenstelling tot andere EU-lidstaten, dramatische situaties zoals een tekort aan ziekenhuisbedden en het dumpen van lichamen in koelwagens hebben kunnen vermijden. Uiteraard zal het op termijn nodig zijn te evalueren of een aantal zaken anders en/of beter aangepakt moeten worden bij herhaling van een dergelijke crisis. Het lijkt me op dit moment vooral belangrijk om de vele experten te danken voor hun dagelijkse berichtgeving. Marc van Ranst, Steven van Gucht en Erika Vlieghe werden met hun geruststellende woorden en kalmte even grote BV’s als Martine Tanghe en Dany Verstraeten.

 

Daarnaast zijn er een aantal interessante lessen die we uit deze crisis kunnen meenemen naar toekomstig beleid. De natuur herstelt zich. Denk maar aan kwallen die zichtbaar zijn in de vele grachten in Venetië of het spotten van dieren die normaal niet voorkomen in steden. Het ‘blijf in uw kot’ effect is ook merkbaar op vlak van mobiliteit. Er zijn veel minder files op de baan waardoor ook de luchtkwaliteit de voorbije weken zienderogen verbeterd is. Er is in heel Europa een grote daling van uitstoot en giftige stoffen in de lucht, ook mede dankzij de sterke afname van het vliegverkeer.

 

COVID-19: EEN ZWARE IMPACT OP DE MAATSCHAPPIJ

Uiteraard heeft COVID-19 ook een aantal dramatische gevolgen op de samenleving. Berichtgeving over bijvoorbeeld de meer dan 280.000 doden wereldwijd werd genormaliseerd. Hoewel ik zeker niet in herhaling wil vallen, is het nodig om kort stil te staan bij een aantal spanningsvelden en pijnpunten die naar aanleiding van COVID-19 duidelijk werden:

  • De spanning tussen gezondheid en privacy: in de strijd tegen het COVID-19 virus zorgt de mogelijke ontwikkeling van zogenaamde COVID-19 gezondheidsapps die gebruik maken van allerlei soorten (persoons)gegevens voor veel discussie. Een survey van het Vlaams Kenniscentrum Data en Maatschappij toonde alvast aan dat 51% van de respondenten onder strikte voorwaarden een corona-app zou aanvaarden. Het vertrouwen van de respondenten in het delen van hun gegevens verschilt enigszins naargelang ze worden gedeeld met de overheid (50% heeft vertrouwen) of met een ziekenhuis (63%).
  • De spanning tussen economie en gezondheid: onlangs publiceerde de Federale Overheidsdienst Economie (FOD) een overzicht van de economische impact van het coronavirus. De economische impact zal zich laten voelen langs meerdere kanalen. Door de opgelegde sluitingen en maatregelen worden heel wat sectoren waaronder de detailhandel, vrijetijdsbesteding, toerisme, horeca, transport en (culturele) evenementen sterk getroffen. De FOD verwijst naar de Economic Risk Management Group volgens dewelke de bedrijvigheid van de Belgische ondernemingen in 2020 met 31 % zal afnemen als gevolg van de Corona-crisis. Hoewel alle sectoren gemiddeld negatief worden beïnvloed, brengt de daling van de verkoop of de stopzetting van de verkoop door een gebrek aan e-commerce, bedrijven en zelfstandigen in gevaar, in het bijzonder de kleinste structuren die niet over voldoende cashflow beschikken om een dergelijke aanhoudende crisis het hoofd te bieden.
  • De impact van COVID-19 op de mentale gezondheid: Het werd snel duidelijk dat de pandemie niet alleen grote gevolgen kan hebben op de fysieke gezondheid van de personen die besmet geraken met COVID-19, maar dat ook de mentale gezondheid van veel personen onder druk komt te staan. Mentale gezondheid situeert zich niet in een individueel vacuüm, maar is fundamenteel verbonden met wat er in de maatschappij gebeurt.In een maatschappij als de onze die al sowieso getekend is door een grote mate van eenzaamheid, individualisering en voor velen zelfs ook sociaal isolement, komt een dergelijke quarantaine binnen als een heel harde klap. In een dergelijke omgeving heerst de perfecte voedingsbodem voor depressies en angststoornissen. Dergelijke bedreigingen voor de mentale gezondheid kunnen op lange termijn minstens even gevaarlijk zijn als COVID-19 zelf.
  • De nood aan duidelijke communicatie vanuit de overheid om het verhaal krachtig te brengen en aanvaardbaar te maken: de communicatie vanwege de overheid was niet steeds duidelijk, eenduidig en verstaanbaar. Er werden soms tegenstrijdige berichten de wereld ingestuurd, en bijsturen nadien was meer dan eens nodig. Ook de gebruikte slides tijdens de persconferentie lokten de nodige reacties uit. We weten ondertussen allemaal dat slides zo weinig mogelijk informatie dienen te bevatten. Hoewel ik al aangaf om een kritische evaluatie op een later tijdstip te doen, wens ik hier toch al te benadrukken dat goede communicatie in tijde van crisis fundamenteel is om de (soms verregaande) nodige maatregelen aanvaardbaar te maken.
  • Het gebrek aan sterk en zichtbaar beleid van de EU: een belangrijke speler die op het eerste zicht wat lijkt te ontbreken in de strijd tegen de pandemie is de EU. Er heerst bij velen dan ook een gevoel dat de EU onvoldoende zichtbaar was/is en haar rol niet waarmaakt. Guy Verhofstadt riep de Europese Commissie in een vurig betoog op om dringend werk te maken van een herstelplan, “what is the European Commission waiting for?” klonk het. Toch werden op het Europees niveau recent een aantal maatregelen door de Europese Commissie aangenomen zoals een Pan-Europese Toolbox voor het gebruik van mobiele waarschuwings- en traceringapps en richtsnoeren inzake gegevensbescherming voor mobiele gezondheidsapps. Op 21 april publiceerde ook het Europees Comité voor gegevensbescherming richtsnoeren inzake het gebruik van locatiegegevens en traceringsapps in de strijd tegen COVID. Ondanks al deze initiatieven, leeft bij velen toch de de perceptie dat de EU in deze crisis gefaald heeft.
  • De mens is niet gemaakt om alleen te zijn: met de lock down werd voor sommigen onder ons het isolement ook bijzonder zwaar. Een knuffel of zoen via Skype voelt toch net iets anders als een real life COVID-19 toont aan dat de mens een gemeenschaps- en spiritueel wezen is. Volgens het personalisme is de mens op zoek naar meer dan alleen maar de vervulling van materialistische verlangens. De mens vindt de zin van het leven in het transcendente, in de inschakeling in waarden en idealen die het individu overstijgen.3 Net daarom is het van belang om ons aan te geleden beperkingen te houden. Een nieuwe lock down zou dramatisch zijn, zowel op psychologisch als op sociologisch niveau.

 

COVID-19: NAAR EEN NIEUW MAATSCHAPPELIJK VERHAAL?

Zoals reeds aangehaald, is het langzaam tijd om al eens na te denken over de post-COVID 19 maatschappij, zeker nu dat de exit strategie ook in België langzaam is ingezet. Volgens mij kunnen de volgende zaken alvast worden meegenomen in het debat. Sommigen daarvan heb ik reeds elders uitvoerig behandeld.

  • De nood aan een circulaire en duurzame economie: duurzaamheid en rentmeesterschap zijn inherent verbonden aan christendemocratie. Duurzaamheid nastreven betekent zorg dragen voor de planeet en verstandig omspringen met haar grondstoffen. Christendemocraten begrijpen dat de huidige generatie naast erfgenaam ook erflater is van de aarde en ons bestaan hier maar tijdelijk is. Onze kinderen en kleinkinderen zullen de impact voelen van het beleid van vandaag. Bij elk beleidsvoorstel moeten we ons dus afvragen of het ook wel duurzaam is.
  • De nood aan een sterker Europa: ondanks de vele initiatieven die werden genomen, toont de crisis toont aan dat de EU op vlak van gezondheid toch niet de nodige slagkracht heeft. Gelet op het principe van subsidiariteit dat christendemocraten zo koesteren moet beleid worden gevoerd op het niveau dat er het meest geschikt voor is en waar een bevoegdheid het meest efficiënt kan worden uitgeoefend. Het voorzien van een doortastend gezondheidsbeleid op het niveau van de EU lijkt me daarbij een belangrijke stap om toekomstige gezondheidsrisico’s van dergelijke omvang op te vangen.
  • Meer inzetten op solidariteit tussen de EU lidstaten: meer Europa zal op zichzelf niet alle problemen oplossen. Er is ook meer nood aan solidariteit tussen de verschillende lidstaten. De noodkreten van Italië en Spanje bij aanvang van de crisis kregen lange tijd onvoldoende respons. Ik ben ervan overtuigd dat een dergelijke solidariteit onder andere begint met een intensere samenwerking tussen de beleidsmakers van morgen zoals politieke jongerenpartijen. Net een dergelijke solidariteit is wat een christendemocraat kenmerkt en koestert. Ik gaf eerder al aan dat dit één van mijn prioriteiten zal zijn als jongerenvoorzitter.
  • De nood aan grondig debat over privacy/gezondheid: onlangs riepen tal van academici op om een grondig publiek debat te voeren over juridische, maatschappelijke en ethische aspecten van gezondheidsapps. Hoewel in België uiteindelijk gekozen werd voor tracering door middel van een ‘contact center’, lijkt mij het voeren van een dergelijk debat op politieke niveau inderdaad fundamenteel. We moeten een gepast evenwicht vinden tussen onze fundamentele grondrechten en de publieke gezondheid, en vooral hoe we om moeten gaan met privacy in tijden van crisis. Er zijn duidelijk grenzen aan wat technologie kan en moet doen, en de belangen van de mens moeten daarbij steeds centraal blijven staan.
  • Meer nood aan investering in gezondheidszorg: een van de redenen waarom we in België de coronacrisis toch tot dusver konden bemeesteren, was omdat we de maximumcapaciteit van ons aantal intensieve zorgen-bedden, nooit bereikt hebben. Voor de coronacrisis uitbrak, had België 2.037 intensieve zorg-bedden, wat overeen komt met ongeveer 18 bedden voor 100.000 inwoners. Dit is minder dan Duitsland met 30 bedden voor 100.000 inwoners maar wel beduidend hoger dan Italië met slechts 8 bedden per 100.000 inwoners. Doordat de Belgische ziekenhuizen zich flexibel opstelden, voorzagen ze in een uitbreiding van dit aantal met 749 bedden. Het totaal komt dus neer op 2.831 bedden intensieve zorgen. Gemiddeld schommelt de bezetting van het aantal intensieve zorg-bedden in de Europese landen onder normale omstandigheden rond de 80%. Ter vergelijking, in België was op 24 maart slechts 53% van het totaal aantal van 2.831 bedden ingenomen door patiënten die niet aan het coronavirus leden. Ons land had dus meer marge op het domein van intensieve zorgen dan veel van onze Europese buren. Een maximumcapaciteit van het aantal intensieve zorgen-bedden die structureel hoger ligt dan de daadwerkelijke bezetting op een doorsnee dag, is eigenlijk niet kostenefficiënt. Het is om die reden dat verschillende landen het aantal bedden intensieve zorgen hebben teruggedrongen wanneer er gesnoeid moest worden in het budget voor de gezondheidszorg. In België heeft men deze keuze niet gemaakt. Dit behoedde ons van tragische toestanden zoals in Noord-Italië, waar niet alle patiënten die nood hadden aan intensieve zorgen geholpen konden worden. De artsen in Noord-Italië moesten tijdlang ‘kiezen’ welke patiënten ze wilden redden en welke niet. België heeft een sterk uitgebouwd gezondheidszorgsysteem, dat getoond heeft tegen een stootje te kunnen. Om dit te behouden, moet de overheid echter blijven investeren in gezondheidszorg. De coronacrisis heeft het belang van deze investeringen op een pijnlijke manier aangetoond.
  • Meer nood aan investering in welzijn: als christendemocraten weten we hoe belangrijk een goede gezondheid is. Gezond zijn is echter meer dan ‘niet ziek’ zijn. Gezond zijn betekent ook ‘zich goed in zijn/haar vel voelen’. Het is dan ook cruciaal dat we blijven investeren in zowel gezondheidszorg als welzijn. Er was reeds een behoorlijke wachttijd voor psychologische zorg voor de uitbraak van de crisis. Door de stijging van het aantal mensen die door de coronacrisis psychologische begeleiding nodig heeft, zal de wachttijd enkel maar zijn toegenomen. Extra investeringen in het domein Welzijn zullen nodig zijn om de effecten van deze crisis te bestrijden.
  • De nood aan een duidelijke communicatie van de overheid. Als we een betrokken, efficiënte en slagkrachtige overheid willen uitbouwen in België en Vlaanderen, is het cruciaal dat die overheid vlot communiceert met haar burgers. Dit geldt zeker in crisistijden, maar moet ook een doelstelling zijn voor het beleid van iedere dag. Het is uiteraard zo dat de materie waarover de overheden zich moeten buigen op zichzelf heel technisch, “droog” en vaak moeilijk verstaanbaar is. Men moet de nodige expertise hebben om die dossiers de baas te kunnen en die expertise is iets waarop we uiteraard moeten blijven inzetten. Tegelijkertijd moeten we ook meer inzetten op de expertise inzake hoe we technische en moeilijke dossiers behapbaar maken voor de bevolking. In haar communicatie moeten overheden een verhaal brengen dat krachtig, verstaanbaar en aanvaardbaar lijkt. Er is in ons land veel expertise beschikbaar, zowel in de academische wereld als in het bedrijfsleven, die de overheid kan ondersteunen in het voeren van heldere en overtuigende communicatie. Die expertise binnenhalen bij de overheid is geen overbodige luxe, maar een absolute noodzaak om krachtig en gedragen beleid te kunnen voeren. Een goede beleidspartij als de onze moet inhoudelijk sterk blijven en tegelijkertijd volop inzetten op een wervend verhaal dat dat beleid ondersteunt en de techniciteit van de dossiers overstijgt.4
  • Naar een nieuwe manier van werken: de massale overgang naar een online modus/leven en telewerken als nieuwe norm kan misschien een aanzet zijn om eens grondig na te denken over onze manier van werken. Uiteraard is telewerken niet in alle sectoren mogelijk of wenselijk Toch werden Zoom, Skype for Business of Microsoft Teams onze nieuwe virtuele vergaderzalen. Het telewerken heeft alvast een positieve weerslag op mobiliteit, milieu en in sommige gevallen zelfs op de balans werk/privé. Sommigen onder nemen ook wel eens het vliegtuig voor een korte vergadering in het buitenland. Dit is uiteraard soms essentieel, dat trek ik zeker niet in twijfel, maar wederom kunnen online platformen en mogelijkheden het aantal verplaatsingen terugbrengen tot enkel de noodzakelijke. Met andere woorden, telewerk en online werken kan het nieuwe normaal worden.
  • Het belang van het ‘lokale’ is nog belangrijker geworden: het ‘winkelhieren’, de massale steun aan de lokale middenstand en het belang van de Belgische landbouw moedig ik als christendemocraat alleen maar aan. Door lokaal te kopen als consument, steunen we onze eigen economie en zorgen we voor elkaar. Nu we in ons kot moeten blijven, hebben lokale ondernemers onze steun hard nodig. En… wij hebben hén nodig! Het geld dat je uitgeeft door lokaal te kopen, geeft de gemeenschap terug: in lokale en stabiele werkgelegenheid, in minder files op de baan, in kwaliteitsvolle producten, in sponsoring voor het lokale verenigingsleven, in aantrekkelijke en veilige gemeenten waar jongeren schoollopen, in stageplaatsen voor studenten, in eerste werkervaringen als jobstudent, in sterke service na verkoop, in meer gezellige zaken in jouw buurt. Bij een buitenlandse aankoop, vloeit dit geld uit België weg. Lokaal aankopen is een win-win, want lokale ondernemingen betalen hier belastingen. Daarnaast sponsorde maar liefst 80 % van de lokale ondernemers het verenigingsleven, een maatschappelijke project en/of een culturele of sportieve activiteit gesponsord. Jaarlijks geven lokale handelaars gemiddeld 2.046 euro aan sponsoring uit. Ook onze overheid kan zelf nog een tandje bijsteken en eveneens zelf voluit het principe van het ‘winkelhieren’ omarmen. Uit Cijfers van de Europese Commissie blijkt dat de Belgische overheden maar in 32 % van de gevallen beroep doet op een lokale ondernemer. Daarmee zijn we de voorlaatste van de Europese klas en doet enkel Roemenië nog slechter. Door onze lokale ondernemers nu een hart onder de riem te steken, en massaal te ‘winkelhieren’ helpen we onze eigen economie en onze mensen er terug bovenop.

 

PERSONALISME ALS KADER VOOR DE EVALUATIE EN NODIGE AANPASSINGEN

Zoals ik eerder al aangaf, zullen we de komende maanden ongetwijfeld het overheidsoptreden en de genomen beleidsbeslissingen in tijde van COVID-19 evalueren. Het is misschien ook meteen het moment om toekomstige beleidskeuzes met het oog op toekomstige crisissen te nemen. Hoewel de inhoud van die keuzes uiteraard niet te voorspellen is, doe ik een oproep om dit binnen een personalistisch en christendemocratisch kader te doen.

De crisis treft alle lagen van de bevolking, jong en oud, rijk en arm en staat los van ideologie.  Net daarom is het personalisme een ideaal vertrekpunt omdat het ook een anti-ideologische inslag heeft. Het vertrekt niet vanuit grote dogmatische ideologische kaders.5 Omdat de mens in zijn wezen en in al zijn handelen beïnvloed wordt door dergelijke gezondheidsdrama’s, zijn antwoorden vanuit een personalistische invalshoek aangewezen. Het personalisme kan dus gebruikt worden als denkkader om gepaste antwoorden voor deze uitdagingen te vinden.6 De christendemocratie leeft niet in een programma dat boven de wereld zweeft, maar staat middenin de samenleving. Het vormt net daarom een goed uitgangspunt.7 Er moet ook verzekerd worden dat niemand in tijden van crisis wordt vergeten, zoals de meest kwetsbaren en/of kinderen. Het pleidooi voor een betrokken samenleving blijft met andere woorden overeind 8 en wordt misschien zelfs nog belangrijker.

 

BRONVERMELDING

  1. D. Deweer, “Personalisme gisteren, vandaag en morgen”, in: D. Deweer & S. Van Hecke, De mens centraal: essays over het personalisme vandaag en morgen, Uitgeverij Pelckmans, 2017, 14.
  2. P. Verhaeghe. 2010. “Het einde van de psychotherapie.” Amsterdam: De Bezige Bij.
  3. D. Deweer, “Personalisme en christendemocratie. Wij zijn steeds onderweg”, (4) CDR 2016, 8.
  4. T. Belligh, “You told me what. Now tell me why. Bespiegelingen over een coherent en wervend verhaal voor de Europese Volkspartij”, (7) CDR 2019, 105-116.
  5. W. Beke, “Christendemocratie: van christelijke naar Vlaamse volkspartij”, in: L. Sanders, C. Devos & P. Stouthuysen, Politieke ideologieën in Vlaanderen: liberalisme, socialisme, christendemocratie, Vlaams-nationalisme, ecologisme, Standaard Uitgeverij, 2008, 269.
  6. D. Deweer, “Personalisme en christendemocratie. Wij zijn steeds onderweg”, (4) CDR 2016, 7-8.

  7. J. De Bruyne, “Wanneer robots mensen (willen) worden. Personalisme als antwoord op de robotisering van de maatschappij”, (7) CDR 2019, 71-90.

  8. W. Beke, "Nieuwe wij pleidooi voor een betrokken samenleving", Unitas Vzw, 2016.

Reactie plaatsen

Reacties

DIOXOREILD
3 maanden geleden

Hey, adventure seekers! Join our Telegram channel for an exclusive look into intense combat. Witness uncensored footage that reshapes your understanding of war!
This is unique content that won't be shown on TV.

Link to Channel: HOT INSIDE UNCENSORED

https://t.me/+HgctQg10yXxhMzky