Visiepunt 1: Versterken beweging

In deze eerste blogpost zal ik het hebben over het versterken van de beweging. Ik neem hiermee de eerste drie punten van mijn visie samen, ‘Focus op de leden’, ‘Evaluatie interne werking’ en ‘Talentendatabank’, aangezien zij perfect in één coherent verhaal kunnen worden verwerkt.

CD&V en JONGCD&V hebben een woelige verkiezingsperiode achter de rug. De lokale verkiezingen van 2018 waren maar net achter de rug of de campagne voor de Europese, federale en Vlaamse verkiezingen van 2019 brak al los. Het was belangrijk dat zowel CD&V als haar jongeren zich tijdens die 2 jaar politiek sterk profileerden. De volgende verkiezingen in België zullen normaal pas over 4 jaar volgen. We bevinden ons nu dus in een iets rustigere periode. Het is een uitgelezen kans die tijd te gebruiken om in de luwte te werken aan de verdere uitbouw van onze beweging en een ideologische herdefiniëring voor de toekomst. 

 

JONGCD&V ALS ÉÉN BEWEGING

JONGCD&V is meer dan alleen haar nationaal voorzitter en het nationaal bureau. De ware kracht van onze beweging ligt bij onze leden. Als kandidaat-voorzitter wil ik mezelf opstellen als een echte teamspeler. Zo horen niet altijd dezelfde personen in de spotlights te staan en moeten we steeds een ander lid zijn of haar momentje gunnen. Dit algemeen principe kan op vele manieren worden toegepast. Een eerste concreet voorbeeld is dat ik in onze nieuwsbrief een sectie wil voorzien waarin een lid de kans krijgt zichzelf voor te stellen en vertelt hoe hij of zij JONGCD&V ervaart. Een tweede voorbeeld is dat we voor een debat iemand afvaardigen die JONGCD&V terdege kan vertegenwoordigen. Dit hoeft dus niet steeds de voorzitter of iemand van het nationaal bureau te zijn. Als het debat over hervormingen in het onderwijs gaat, zou een JONGCD&V-lid moeten worden gevraagd die zelf in het onderwijsveld staat (en zo hebben we er veel). Ik durf te stellen dat er binnen JONGCD&V zich een schat aan expertise en talent bevindt. Het is zonde dit niet te benutten.

 

TALENTENDATABANK

Momenteel benutten we dit talent nog niet optimaal, onder meer omdat we niet van elk lid zijn of haar expertise weten. Nochtans heeft iedereen talent. Ik wil dan ook opnieuw het concept lanceren van het oprichten en uitbouwen van een talentendatabank. Via een zulke databank kan per lid geregistreerd worden waar hij of zij expertise in heeft. De databank moet performant zijn. Vanaf de start moet een duidelijke, gestandaardiseerde manier van registreren gehanteerd worden, zodat de databank makkelijk te gebruiken en overzichtelijk blijft. Eenmaal de databank klaar is voor gebruik, zijn de mogelijkheden eindeloos. Wanneer er dan bijvoorbeeld een wetsvoorstel klaar ligt rond artificiële intelligentie, kunnen we eenvoudig in de databank opzoeken wie expertise heeft in dit terrein. We kunnen zo een specifiek lid contacteren voor meer informatie of om samen met de voorzitter of leden van het nationaal bureau een opiniestuk mee te schrijven. Prachtig idee in theorie natuurlijk, zo’n talentendatabank, al besef ik dat het niet makkelijk zal zijn om dit effectief te implementeren. Om te beginnen moeten we te weten komen wie over welk talent beschikt. Na de jongerenvoorzittersverkiezing wil ik zo snel mogelijk een algemene enquête naar alle leden uitsturen om hen te bevragen wat zij vinden van JONGCD&V en welke ‘werkpunten’ zij zien voor onze jongerenpartij. Op het einde van de enquête zal hen gevraagd worden welke de thema’s zijn waarin zij een zekere expertise hebben en over welke vaardigheden zij beschikken. Iemand die hier bijvoorbeeld aangeeft mooie foto’s te kunnen nemen, kan op een van de volgende evenementen van JONGCD&V worden gevraagd om zich als fotograaf in te zetten. Zo’n enquête ter retrospectieve reflectie zou op regelmatige basis moeten uitgevoerd worden. Zo zullen ook steeds meer leden hun expertise kunnen doorgeven om te laten registreren. Ten slotte is het primordiaal dat de databank sterk beveiligd moet zijn. Elk lid moet bovendien te allen tijde zijn of haar eigen data kunnen opvragen en deze kunnen aanpassen of desgewenst zelfs verwijderen.

 

FOCUS OP DE LEDEN

Net zoals iedereen talent heeft, heeft iedereen ook werkpunten. Zo kan een jonge tsjeef die prachtige foto’s kan trekken, mogelijks minder goed zijn in het maken van story’s op Instagram®. Ik wil onze leden kunnen voorzien van kwaliteitsvolle vormingen en wil hiervoor het concept van ‘Tsjeefflix’ verder uitwerken, consolideren en professionaliseren om een online vormingstraject aan te bieden. We hebben geleerd van deze mondiale crisis en ik pleit er voor dat na het opheffen van de coronamaatregelen, we volop blijven inzetten op digitaliseren. Iedereen mist het sociaal contact, dat staat vast. We hebben echter ondervonden dat met Tsjeefflix, via Zoom® sessies, leden bereikt worden die anders nooit de stap zouden zetten om voor diezelfde spreker zich naar Brussel te verplaatsen. De drempel voor deze online sessies blijkt lager te liggen en ze zijn bovendien beter voor het milieu. Uiteraard zal de frequentie van de sessies worden verlaagd. We diversifiëren het aanbod door ook workshops aan te bieden door experts. Dit kunnen zowel externe als interne experts zijn. Om een interne expert te selecteren, kunnen we gebruik maken van de talentendatabank. Dit is voor ons voordeliger dan een dure externe spreker in te huren. Anderzijds zal het lid in kwestie zich gewaardeerd voelen en zich sterker gebonden voelen aan onze jongerenpartij. Hiermee wil ik het zogenoemde draaideureffect, waarbij een zeer enthousiast JONGCD&V-lid toch plots niet meer naar onze activiteiten komt en progressief de voeling met JONGCD&V en de partij verliest, proberen tegen te gaan.

 

Via zulke workshops kunnen de leden specifieke vaardigheden aanleren. Een concreet voorbeeld is dat ik op deze manier enkele sessies ‘publiek spreken’ wens aan te bieden met progressief stijgend niveau. Deze workshops zullen worden opgenomen zodat leden de sessies kunnen bekijken wanneer hen dat past. Ze kunnen zo ook zelf kiezen welke vaardigheden ze wensen aan te scherpen en aan welk tempo. Het nadeel van deze opgenomen sessies is weliswaar dat er geen directe feedback mogelijk is. We kunnen echter op vraag van een regio of provincie deze sessies op een specifiek moment opnieuw aanbieden. Het is mijn voornemen een vormingstraject op maat samen te stellen dat zo goed mogelijk aansluit op de noden van de leden.  Hierbij zijn de provinciale en regionale voorzitters cruciale schakels, die aanvoelen wat er leeft lokaal. Het aanbieden van vormingen voor onze leden moet er voor zorgen dat zij op een doeltreffende en doelmatige manier hun lokale afdeling kunnen organiseren en zichzelf kunnen ontplooien.

 

EVALUATIE INTERNE WERKING

Deze rustigere periode, met nog 4 jaar tussen nu en de volgende verkiezingen in België, is volgens mij het uitgelezen moment om de interne structuur van JONGCD&V te evalueren en aan te passen waar dit opportuun wordt geacht. Er is reeds een werkgroep opgericht, onder leiding van nationaal bureaulid Robin De Cubber, om het huishoudelijk reglement onder de loep te nemen. Eén aspect waar ik voor pleit, is een regelmatige dialoog tussen het nationaal bureau en de provinciale voorzitters. Ik vind dat de provinciale voorzitters stuk voor stuk voortreffelijk werk leveren, net zoals hun voorgangers. Zij hebben bovendien een potentiële impact die niet te overzien valt. Toch worden zij vaak onvoldoende gevaloriseerd. Wanneer er problemen ontstaan in een afdeling, kan de lokale voorzitter diens regiovoorzitter aanspreken die op zijn beurt de provinciale voorzitter kan inschakelen. Zo gewenst kan de provinciale voorzitter het nationale niveau erbij betrekken. Het optimaal functioneren van de as ‘lokaal-regionaal-provinciaal’ moet gestimuleerd worden. De regio- of provinciale voorzitter is vaak beter geplaatst een specifieke situatie in de schatten dan de nationale voorzitter. Dit is subsidiariteit in de praktijk. Met regelmatig contact tussen het nationale niveau en de provinciale voorzitters, erkennen we dat zij een vitale schakel zijn binnen de organisatie. Via hun input weten we wat leeft bij de lokale afdelingen. Ik huiver er echter voor deze dialoogmomenten in een structureel jasje te steken. We moeten een wildgroei van structuren en netwerken zien te vermijden. Deze samenwerking kan even goed organisch groeien, waarbij we de frequentie van contactmomenten niet al op voorhand vastleggen, maar laten afhangen van de nood aan overleg.

Het staat de lokale afdeling echter vrij het nationale niveau direct te contacteren. Elke afdeling moet laagdrempelig bij het nationaal bureau en de voorzitter terecht kunnen. Een van de redenen waarom ik nationaal voorzitter van JONGCD&V wil worden, is dat ik niets leuker vind dan in contact te staan met onze mensen. Een direct contact tussen een lokale afdeling en de nationale voorzitter moet te allen tijde mogelijk zijn. Ik wil iedere afdeling leren kennen en zo maximaal mogelijk ondersteunen wanneer hierom gevraagd wordt.

 

LOKAAL NETWERK

Wanneer ik met de JONGCD&V-leden spreek, hoor ik vaak dat zij ondersteuning wensen op lokaal niveau. Niet alleen voor de werking van de lokale jongerenafdeling maar ook in hun functie als jongere die actief is in het lokale of regionale beleid. Om hier een antwoord op te kunnen voorzien, heeft JONGCD&V al meermaals succesvol een jonge mandatarissentop georganiseerd. Elk JONGCD&V-lid met een politiek mandaat wordt hier op uitgenodigd en kan zo enkele sessies volgen die specifiek ingaan op lokale beleidsthema’s. Mijn tegenkandidate, Lore Baeten, die ik overigens ontzettend waardeer, stelt voor om de jonge mandatarissentop te flankeren met een ‘netwerk van jonge mandatarissen’. Door het oprichten van zo’n netwerk wenst zij de jonge mandatarissen op permanente basis met mekaar in contact te brengen. Laat het duidelijk zijn dat ik dit idee op zich zeer goed vind. Het punt waarop we verschillen is dat ik dit netwerk zou willen openstellen voor álle leden die lokaal of regionaal actief zijn, ook zij die (nog) geen politiek mandaat bemachtigd hebben. Denk aan lokale afdelingsvoorzitters of kandidaten die op de gemeenteraadslijst stonden maar naast een zitje grepen. Ik zou de jonge mandatarissentop wel exclusief voor mandatarissen voorbehouden. Zo’n tweejaarlijkse top creëert op zich al een mogelijkheid om met andere jonge mandatarissen in contact te komen. Het oprichten van een permanent ‘lokaal netwerkplatform’ zou mijn inziens dan moeten openstaan voor alle JONGCD&V-leden die lokaal actief zijn. Het huidige nationaal bureau heeft overigens beslist om nu jaarlijks 1 jonge mandatarissentop nationaal te organiseren, om al deze mandatarissen samen te brengen, en 1 top provinciaal, omdat dit de drempel tot deelname significant zou verlagen.

 

AANPAK STEDEN

Als nationaal voorzitter van JONGCD&V wil ik mij inzetten voor alle afdelingen. De diversiteit aan afdelingen is echter groot. In de centrumsteden, vooral in de grootsteden Brussel, Antwerpen en Gent, wil ik aangepaste ondersteuning bieden. In een kleine gemeente kan de lokale CD&V- en JONGCD&V-afdeling elk huis afgaan en iedere kiezer bereiken. In de voorgenoemde steden is dit echter moeilijker. Zij zijn grotendeels afhankelijk van de werking en het mediabereik van het nationale niveau. JONGCD&V kan hen echter helpen door nationale activiteiten in deze steden te organiseren en door regelmatig bovenlokale politici uit de provincie fysiek naar die steden te halen. Hierdoor laten we zien dat men vanuit nationaal wilt investeren in de lokale afdelingen van de grootsteden en CD&V en JONGCD&V er niet enkel voor het platteland is. We stimuleren de regio- en provinciale voorzitters om rekening te houden met de noden van de JONCD&V-afdelingen binnen hun gebied. Verder wens ik te werken aan een platform waar ‘best practices’ kunnen worden uitgewisseld tussen de besturen van de afdelingen in onze centrumsteden.

 

JONGCD&V-DERTIGERS

Zoals jullie al konden lezen, ben ik reeds 10 jaar lid van JONGCD&V. Ik heb heel wat groepen jongeren zien passeren in onze beweging. Steeds valt mij op dat onze jongste leden, tot ongeveer 25 jaar, gemakkelijker te overtuigen zijn naar een JONGCD&V-activiteit te komen. De iets meer 'ervaren' leden, van ruwweg 30 tot 35 jaar, zullen minder snel naar een congres afzakken. Dit heeft uiteraard meerdere redenen. Deze groep dertigers heeft meestal al een job, vaak ook een gezin en heeft door andere sociale engagementen minder tijd om zich vrij te maken voor JONGCD&V. Steeds vaker hoor ik echter de kritiek dat JONGCD&V geen activiteiten organiseert die bij hen aansluiten. Zij zijn er niet voor te vinden om voor een congres af te zakken naar een afgelegen locatie, grootkeukenmaaltijden te eten en in een stapelbed van een jeugdherberg te slapen. Ik pleit voor de oprichting van een netwerk ‘JONGCD&V-dertigers’, waarvoor specifieke activiteiten worden georganiseerd. Een voorbeeld hiervan kan een lezing zijn door een hooggeplaatste spreker op een mooie locatie in een centrumstad die vlot te bereiken is, buiten de werkuren, gevolgd door een receptie met catering en zo gewenst een meer uitgebreid avondprogramma. Bovendien moet de mogelijkheid tot kinderopvang voorzien worden op zo’n avond. Uiteraard zal de kost voor de organisatie van zulke activiteiten hoger liggen. Om te kunnen deelnemen zal men dan ook vooraf moeten inschrijven en inschrijvingsgeld moeten betalen, een bedrag dat logischerwijze ook hoger zal zijn dan voor andere evenementen.

Reactie plaatsen

Reacties

Damiaan Kiebooms
4 jaar geleden

Duidelijke visie op alle leden te betrekken, de actieve én minder actieve leden. Ik merk de aandacht en ondersteuning voor steden ook op wat ik erg waardeer!